Algemeen
Watertekort ontstaat door een gebrek aan neerslag, minder aanvoer van water door rivieren en verdamping door warm weer. Laag water in de rivieren ontstaat vooral door een tekort aan neerslag in de stroomgebieden van de rivieren. Vooral de Maas is hiervan afhankelijk en geeft daarom in droge periodes soms zeer lage afvoeren. De Rijn wordt deels gevoed vanuit de Zwitserse meren waarin het smeltwater samen komt uit de verschillende bergstroompjes. Wanneer er in Nederland en ook in de stroomgebieden van Rijn en Maas weinig neerslag van betekenis valt, kan de afvoer op de grote rivieren (te) laag voor de tijd van het jaar worden.
In Nederland heeft een watertekort voor de natuur en landbouw vooral consequenties als door het gebrek aan neerslag in Nederland de grondwaterstanden in het groeiseizoen laag zijn. Als de waterstand in de rivieren laag is, is het dan niet altijd mogelijk om voldoende water van goede kwaliteit aan te voeren voor bijvoorbeeld de landbouw. Lokale buien die kunnen vallen, brengen daarin vaak te weinig verandering aan. Er zijn continue hoeveelheden neerslag in de stroomgebieden van Maas en Rijn nodig om de afvoer van de rivieren op normale waarden te brengen.
De hoger gelegen delen van Nederland (o.a. hoge zandgronden in het zuiden en oosten) zijn voor wateraanvoer vooral afhankelijk van neerslag. Zij krijgen geen water uit de grote rivieren aangevoerd. Wanneer de grondwaterstanden laag zijn en er geen neerslag van betekenis valt, ontstaat er een watertekort. Bij aanhoudende droogte in een warme, zomerse periode zal dit neerslagtekort toenemen. Het neerslagtekort-/overschot wordt verkregen door het verschil te berekenen tussen de hoeveelheid gevallen neerslag en de verdamping. In de lage delen van Nederland is meestal wel voldoende water aanwezig, maar hier treedt in een droge periode vaak geleidelijk meer verzilting op.
Door zoveel mogelijk het watersysteem te blijven voeden vanuit het beschikbare water van de IJssel en IJsselmeer.
Kijk op www.wdodelta.nl/droogte voor de actuele situatie over droogte in ons werkgebied.
In grote gebieden kunnen we water aanvoeren en dit zijn we nu volop aan het doen om de verdroging zoveel mogelijk tegen te gaan.
Kijk op www.wdodelta.nl/droogte voor de actuele situatie over droogte in ons werkgebied.
Met droogte wordt een langdurige periode zonder neerslag bedoeld, waarbij de vraag naar water groter is dan het aanbod.
Door maximaal water aan te voeren wil het waterschap zolang mogelijk aan de watervraag kunnen voldoen.
Kijk op www.wdodelta.nl/droogte voor de actuele situatie over droogte in ons werkgebied.
Dijken
Het waterschap zorgt voor veilige dijken. Rijkswaterstaat beheert de grote dammen en dijken, zoals de Afsluitdijk. De normen waar de dijken aan moeten voldoen worden door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vastgesteld.
Drinkwater
Het drinkwaterbedrijf produceert en distribueert het drinkwater.
Zwemwater
De locaties waar je veilig kunt zwemmen worden aangewezen door de provincie. Het waterschap en Rijkswaterstaat controleren ’s zomers om de paar weken de kwaliteit hiervan. www.zwemwater.nl
Stormvloedkering
Rijkswaterstaat draagt zorg voor de stormvloedkeringen, zoals de Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg en de Hollandsche IJsselkering bij Krimpen aan den IJssel.
Oppervlaktewater
De kwaliteitsnormen voor het oppervlaktewater worden vastgesteld door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De waterschappen zorgen voor voldoende en schoon oppervlaktewater. Rijkswaterstaat doet dit voor de grote wateren.
Peilbeheer
Het waterschap houdt het water in sloten en vaarten op het juiste peil met stuwen, sluizen, duikers en gemalen. Hiermee kan water worden afgevoerd, vastgehouden of soms ook binnengelaten.
Grondwater
De provincie verleent vergunningen voor de winning van grondwater voor drinkwater, grote onttrekkingen voor de industrie (boven 150.000m3) en open bodemenergiesystemen. De gemeente zorgt voor het grondwaterbeheer in het stedelijk gebied.
Beregening (sproeien)
De waterschappen gaan over het beregeningsbeleid uit ondiep grond- en oppervlaktewater ten behoeve van de landbouw.
Het Watermanagementcentrum (WMCN) van Rijkswaterstaat biedt informatie over onder meer waterstanden en afvoeren. Voor scheepvaart wordt er informatie geboden over de doorvaarthoogten en de diepgang in de grote rivieren. Regionale waterbeheerders, drinkwaterbedrijven en gebruikers van het watersysteem, zoals industrie en schippers, kunnen op basis van deze informatie, maatregelen treffen. Rijkswaterstaat gebruikt het landelijk meetnet water om waterstandmetingen te doen. Ook worden de waterhoogtes met Duitsland, België en Zwitserland gedeeld. Deze gegevens worden samen met de neerslaggegevens en weersverwachtingen gebruikt om verwachtingen te doen over waterafvoeren van de Rijn en de Maas.