Drie vragen aan gebiedsbeheerder Maarten: "Een paar extra ogen die meekijken, handig!"
Maarten is gebiedsbeheerder in de gemeenten Zwolle en Staphorst. Hij werkt nu bijna een jaar bij het waterschap. Maaien in de stad is anders dan maaien in het landelijk gebied. Waar zitten die verschillen? We stellen Maarten 3 vragen hierover.
Wat is een recent voorbeeld?
“Nou, neem nou deze zomer. Het was lang warm en droog. Dan kun je niet goed maaien in de stad. Daar is het water soms wat ondieper, warmer, je kunt minder doorspoelen en er is minder stroming. Gaan we dan maaien, dan kan er vissterfte ontstaan. Door maaien met een maaiboot woel je de bodem om en dat zorgt ervoor dat zuurstof in het water tijdelijk lager is. Dat is niet goed. Daarom stelden we het maaien in de stad deze zomer enkele weken uit.”
Werk je ook (meer) samen in stedelijk gebied?
“In Zwolle maait een aannemer voor onze onderhoudsdienst. Maar die kent Zwolle goed en werkt met vaste mensen in Zwolle. Ook heb ik veel contact met de Hengelsportvereniging. Super handig, het zijn extra ogen die meekijken. Ze geven me soms een tip van ‘kijk hier even’. Het samenspel met de gemeente Zwolle is super, net als met de ROVA. We gaan niet langs elkaar heen werken, maar stemmen werk en planning op elkaar af.”
Waar zit nog meer een verschil?
“Er kijken in de stad veel meer ogen mee. Ik krijg bijvoorbeeld nu veel meer vragen over wanneer we komen maaien, dat de sloten vol begroeiing staan en het er niet mooi uit ziet. Wel snappen de meeste mensen het heel goed als je het uitlegt. We gaan nu weer zachtjes aan het maaien opstarten, want als alles helemaal dichtgroeit is dat ook niet goed voor de vissen. In de stad Zwolle is heel veel water, dat is best goed op peil gebleven. Dus daar zijn we blij mee. In Rouveen maait een eigen machinist het stedelijke water. Hij damt bijvoorbeeld duikers af om het waterpeil tijdelijk hoger te zetten. Dan kan hij maaien en gaat het goed. Met zijn inzicht en kennis van het gebied, kunnen we ons werk heel goed doen.”