Maaionderhoud: antwoorden op de meest gestelde vragen

Regelmatig maaien we de slootkanten. Ook bij u in de buurt. Op deze pagina leest u de antwoorden op de meest gestelde vragen. Nieuwsgierig naar de planning rondom het maaien, waarom we maaien en wat we doen als we maaien? Op deze pagina over maaien leest u daar meer over.
Waarom maait het waterschap?
We maaien sloten om het water op peil te houden: niet te hoog of te laag. Daarvoor moet een sloot voldoende water aan en af kunnen voeren. Teveel planten houden dit tegen. We maaien ook dijken. Dat zorgt voor een stevige grasmat. En die stevige grasmat zorgt weer voor stevige dijken.
Hoe ziet een maaischema er nu uit?
Elke maaironde wordt er maximaal één talud en het midden van de watergang gemaaid. In een voorbeeld:
In het voorjaar van 2025 is de linkerzijde gemaaid. In het najaar van 2025 blijft de linkerzijde staan en wordt de rechterzijde gemaaid. In het voorjaar van 2026 gebeurt hetzelfde: de linkeroever blijft staan en de rechter wordt gemaaid. Tot slot wordt in het najaar van 2026 de linkerzijde gemaaid en blijft de rechterzijde staan.
Ik wil zelf maaien, mag dat?
Wanneer u zelf de watergangen en de taluds maait, bent u strafbaar.
Hoe kan het dat er soms toch geklepeld wordt?
Er mag nog wel met een klepelmaaier gemaaid worden, maar onder bepaalde voorwaarden. Ook zijn er uitzonderingen voor het klepelverbod. Er zijn gebieden waar we een eigen onderhoudspad hebben van maximaal 2 meter breed. Dit noemen we een smalspoor. Bijvoorbeeld op smalspoorpaden is klepelen voor de veiligheid van medewerkers nog wel toegestaan. Op locaties waar geen bijzondere soorten aanwezig zijn is klepelen ook toegestaan.
Waarom kiest WDODelta ervoor om alleen nog maar volgens de habitatbenadering te maaien?
We gaan ervanuit dat in alle watergangen beschermde soorten aanwezig zijn. De kans is namelijk ontzettend groot. Bijvoorbeeld alle vogels zijn beschermd. Hier passen we onze manier van werken op aan.
Wat is de habitatbenadering precies?
Bij de habitatbenadering gaan we ervan uit dat er beschermde planten en dieren voorkomen in het gebied waar we maaien. De habitatbenadering is aangescherpt. Er zijn nieuwe afspraken over locatiebezoeken, het maaien van de oevers met de meeste begroeiing na het broedseizoen en een meldplicht voor zeldzame soorten.
Krijg ik meer nadeelcompensatie omdat ik nu meer maaisel in het land krijg?
Nee, de nadeelcompensatie gaat al over een strook van 5 meter. De extra gewasderving waarop de nadeelcompensatie is gebaseerd, wordt dus al gecompenseerd.
Waarom maait het waterschap tijdens het broedseizoen?
Om het water op peil te houden is het noodzakelijk om tijdens het broedseizoen te maaien.
Het broedseizoen is eigenlijk niet één periode, dat verschilt per diersoort. Over het algemeen vindt voortplanting plaats in de periode maart tot en met juni. Het waterschap start met de maaiwerkzaamheden van de sloten in de week van 1 juni.
Vanaf juni worden de onderhoudspaden gemaaid, zodat we hier goed overheen kunnen rijden tijdens het onderhoud aan de sloten. Ook maaien we voor 1 juni enkele sloten als dat nodig is. Dat doen we op plekken waar de planten al zo hard gegroeid zijn dat er geen doorstroom meer mogelijk is.
Dit betekent dat het maaiseizoen en het broedseizoen elkaar overlappen. Tijdens deze periode van overlap zijn we extra oplettend. We houden ons aan de gedragscode voor waterschappen. Dat betekent dat we zoveel mogelijk rekening houden met beschermde plant- en diersoorten:
- Onze medewerkers werken volgens de maaicode van de watergang en het maaiprotocol;
- We nemen extra maatregelen in de voortplantingsperiode;
- Als we nesten zien, maaien we hier omheen;
- Planten die de waterdoorstroom niet belemmeren, laten we staan;
- Vissen die op de kant belanden, zetten we zoveel mogelijk terug;
- We maaien niet als het water te warm is. Er kan dan zuurstoftekort ontstaan, waardoor vissen sterven.
Hoe vaak en hoeveel sloten maait het waterschap?
Dat hangt af van de grootte van de sloot en hoeveel die moet kunnen aan- en afvoeren.
Hoe bepalen jullie waar jullie gaan maaien?
We hebben ruim 4.000 kilometer sloten, kanalen, weteringen en waterbergingen die we onderhouden. Deze kunnen we niet allemaal tegelijk maaien. De weersomstandigheden, de grondslag, het gewenste peil en de afmetingen bepalen wanneer we waar maaien. Dit doen we zo efficiënt mogelijk binnen de regels van de omgevingswet en de gedragscode van de waterschappen
Waarom blijft er soms begroeiing staan?
Als het geen problemen geeft voor de aan- en afvoer van water, laten we begroeiing gedeeltelijk staan. Dat is goed voor de biodiversiteit en de kosten.
Wat is het nut van vispassages en natuurvriendelijke oevers?
In herinrichtingsprojecten leggen we bijvoorbeeld vispassages en natuurvriendelijke oevers aan. Uit de monitoringsgegevens zien we positieve effecten van deze maatregelen op vissen, planten en watergebonden insecten. Zo zijn de leefgebieden gevarieerder geworden en is er meer uitwisseling mogelijk tussen leefgebieden.
Wanneer komen jullie op mijn land om de watergangen te maaien?
Op de maaikalender en in de Waterwerk app kunt u twee weken van tevoren zien wanneer we de sloten gaan maaien in gebieden waar we de watergangen vanuit het land onderhouden.
Rijdt het waterschap door gewassen?
Ja. Dat is bij de wet geregeld. In artikel artikel 10.2 van de omgevingswet staat : “Rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken zijn gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van de beheerder.”
Eigenaren en gebruikers van percelen zijn dus verplicht om het waterschap met onderhoudsmachines toe te laten op hun perceel, om onderhoud aan watergangen te kunnen uitvoeren. Die verplichting geldt het gehele jaar en is dus niet gebonden aan een bepaalde periode. Wie in de zone langs de A-watergang eenjarige gewassen teelt, loopt het risico dat wij bij de uitvoering van onderhoud door het gewas moeten rijden. Dat risico is voor rekening van degene die het gewas teelt. Het waterschap is niet verantwoordelijk voor eventuele schade aan gewassen.
Welke mogelijkheden zijn er voor ontvangen van maaisel?
Als er geen onderhoudspad langs uw perceel ligt, leggen we het maaisel in uw land op basis van de ontvangstplicht. Rijdt u liever mee met een kipper of wilt het maaisel graag op bulten in uw land? Wij kijken naar de mogelijkheden op uw locatie. Dien een verzoek in op de website: www.wdodelta.nl/maaien.
Moet ik maaisel ontvangen?
Eigenaren en gebruikers van percelen zijn verplicht om het maaisel te ontvangen. Die verplichting geldt het gehele jaar en is dus niet gebonden aan een bepaalde periode.
In artikel 10.3 van de omgevingswet staat hierover :
- Rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken zijn gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van de beheerder.
- Rechthebbenden ten aanzien van gronden, gelegen aan of in een oppervlaktewaterlichaam waarvan het onderhoud geschiedt door of onder toezicht van een beheerder, zijn gehouden op die gronden specie en maaisel te ontvangen, die tot regulier onderhoud van dat oppervlaktewaterlichaam worden verwijderd.
- De beheerder stelt de rechthebbenden ten minste achtenveertig uur van tevoren schriftelijk in kennis van de voorgenomen werkzaamheden.
Wanneer komen jullie het maaisel ophalen?
Het waterschap legt het maaisel op de kant. Dat kan een onderhoudspad van het waterschap zijn, een wegberm of in het aanliggend land.
Op de onderhoudspaden laten we het maaisel liggen. Als het maaisel in de wegberm ligt, is het aan de wegbeheerder om te bepalen of en wanneer het maaisel wordt afgevoerd. Als het in het aangrenzende land ligt, is dat aan de aanliggende eigenaar.
Uitzondering hierop is het maaisel uit stedelijk gebied. In een aantal stedelijke gebieden voert het waterschap het maaisel uit de sloot af.
Hoe kan ik jullie helpen tijdens het maaiseizoen?
Door rekening te houden met onderstaande punten helpt u ons enorm tijdens het maaiseizoen:
- Verwijder maaiselbulten en andere obstakels van de route waar de machine moet rijden, in ieder geval vlak voor de volgende maaironde .
- Plaats afrastering bij breedspooronderhoud minimaal 30 centimeter uit de insteek en in een smalspoorgebied op twee meter uit de insteek (afhankelijk van de hoogte).
- Ploeg onderhoudspaden niet om en graaf geen ontwateringsgeulen door het pad.
- Markeer weidepompslangen en (afvoer)buizen in het talud, zodat wij ze kunnen zien en ze niet raken.
- Houdt u rekening met de gewaskeuze als wij over uw land het onderhoud uitvoeren.
- Maai niet de taluds van de watergangen. U kan dan een economisch delict begaan.