Regelmatig maaien we de slootkanten. Ook bij u in de buurt. Op deze pagina leest u de antwoorden op de meest gestelde vragen. Nieuwsgierig naar de planning rondom het maaien, waarom we maaien en wat we doen als we maaien? Op deze pagina over maaien leest u daar meer over. 

Waarom maait het waterschap?

We maaien sloten om het water op peil te houden: niet te hoog of te laag. Daarvoor moet een sloot voldoende water aan en af kunnen voeren. Teveel planten houden dit tegen. We maaien ook dijken. Dat zorgt voor een stevige grasmat. En die stevige grasmat zorgt weer voor stevige dijken. 

Waarom maait het waterschap tijdens het broedseizoen?

Het broedseizoen is eigenlijk niet één periode, dat verschilt per diersoort. Over het algemeen vindt voortplanting plaats in de periode maart tot en met juni. Het waterschap start met de maaiwerkzaamheden van de sloten in de week van 1 juni. In mei worden de onderhoudspaden gemaaid, zodat we hier goed over heen kunnen rijden tijdens het onderhoud aan de sloten. In mei maaien we ook enkele sloten. Dat doen we op plekken waar de planten al zo hard gegroeid zijn dat er geen water meer ingelaten kan worden.

Dit betekent dat het maaiseizoen en het broedseizoen elkaar overlappen. Tijdens deze periode van overlap zijn we extra oplettend. We houden ons aan de Wet Natuurbescherming. Dat betekent dat we zoveel mogelijk rekening houden met beschermde plant- en diersoorten:

  • Onze medewerkers hebben een overzicht van de beschermde plant- en diersoorten;
  • We nemen extra maatregelen in de voortplantingsperiode;
  • Als we nesten zien, maaien we hier omheen;
  • Planten die het waterpeil niet in de weg zitten, laten we staan;
  • Grotere vissen die op de kant belanden, zetten we zoveel mogelijk terug;

We maaien niet als het water te warm is, want dan kan er zuurstoftekort ontstaan waardoor vissen sterven. Om het water op peil te houden is het noodzakelijk om tijdens het broedseizoen te maaien.

Hoe vaak en hoeveel sloten maait het waterschap?

Dat hangt af van de grootte van de sloot en hoeveel die moet kunnen aan- en afvoeren.

Hoe bepalen jullie waar jullie gaan maaien?

We hebben ruim 4.000 kilometer sloten, kanalen, weteringen en waterbergingen te onderhouden. Deze kunnen we niet allemaal tegelijk maaien. De weersomstandigheden, de grondslag, het gewenste peil en de afmetingen bepalen wanneer we waar maaien. Dit doen we zo efficiënt mogelijk binnen de regels van de wet Natuurbescherming en de daarbij behorende gedragscode van de waterschappen. Daarom starten we in de week van 1 juni met het maaien van de sloten, kanalen, weteringen en waterbergingen.

Waarom blijft er soms begroeiing staan?

Als het geen problemen geeft voor de water aan­ en afvoer, laten we delen staan. Zo maaien we alleen dat deel dat echt nodig is. Goed voor de biodiversiteit en de kosten. Natuurlijk houden we daarbij eventuele onkruiden goed in het oog. Tijdens het maaien van sloten hanteren we maaicodes.

Wat is het nut van vispassages en natuur­vriendelijke oevers?

In herinrichtingsprojecten leggen we bijvoorbeeld vispassages en natuurvriendelijke oevers aan. Uit de monitoringsgegevens zien we positieve effecten van deze maatregelen op vissen, planten en watergebonden insecten. Zo zijn de leefgebieden gevarieerder geworden en is er meer uitwisseling mogelijk tussen leefgebieden.

Wanneer komen jullie op mijn land om de watergangen te maaien?

Op de maaikalender(externe link) en in de Waterwerk app kunt u twee weken van tevoren zien wanneer we de sloten gaan maaien in gebieden waar we vanuit het land onderhouden.

Rijdt het waterschap door gewassen?

Ja, als dat niet anders kan. Dat is bij de wet geregeld. In artikel 5.23, eerst lid staat: “Rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken zijn gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van de beheerder.” 

Eigenaren en gebruikers van percelen zijn dus verplicht om het waterschap met onderhoudsmachines toe te laten op hun perceel, om onderhoud aan watergangen te kunnen uitvoeren. Die verplichting geldt het gehele jaar en is dus niet gebonden aan een bepaalde periode. Wie in de zone langs de A-watergang eenjarige gewassen teelt, loopt het risico dat wij bij de uitvoering van onderhoud door het gewas moeten rijden. Dat risico is voor rekening van degene die het gewas teelt. Het waterschap is dan ook niet verantwoordelijk voor eventuele schade aan gewassen.

Welke mogelijkheden zijn er voor ontvangen van maaisel?

Als er geen onderhoudspad langs uw perceel ligt, leggen we het maaisel in uw land op basis van de ontvangstplicht. Rijdt u liever mee met een kipper of wilt het maaisel graag op bulten in uw land? Wij kijken naar de mogelijkheden op uw locatie. Dien een verzoek in op de website: www.wdodelta.nl/maaien

Moet ik maaisel ontvangen?

In artikel 5.23 van de waterwet staat:

  1. Rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken zijn gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van de beheerder.
  2. Rechthebbenden ten aanzien van gronden, gelegen aan of in een oppervlaktewaterlichaam waarvan het onderhoud geschiedt door of onder toezicht van een beheerder, zijn gehouden op die gronden specie en maaisel te ontvangen, die tot regulier onderhoud van dat oppervlaktewaterlichaam worden verwijderd.
  3. De beheerder stelt de rechthebbenden ten minste achtenveertig uur van tevoren schriftelijk in kennis van de voorgenomen werkzaamheden.

Eigenaren en gebruikers van percelen zijn dus verplicht om het waterschap met onderhoudsmachines toe te laten op hun perceel, om onderhoud aan watergangen te kunnen uitvoeren en zijn verplicht om het maaisel te ontvangen. Die verplichting geldt het gehele jaar en is dus niet gebonden aan een bepaalde periode.

Wanneer komen jullie het maaisel ophalen?

Het waterschap legt het maaisel op de kant, dat kan zijn een onderhoudspad van het waterschap, een wegberm of in het aanliggend land.

Op de onderhoudspaden laat het waterschap het maaisel liggen. Als het maaisel in de wegberm ligt, is het aan de wegbeheerder om te bepalen of en wanneer het maaisel wordt afgevoerd. Als het in het aangrenzende land ligt is dat aan de aanliggende eigenaar.

Uitzondering hierop is het maaisel uit stedelijk gebied. In een aantal stedelijk gebieden voert het waterschap het maaisel uit de sloot af.

Hoe kan ik jullie helpen tijdens het maaiseizoen?

Door rekening te houden met onderstaande punten helpt u ons enorm tijdens het maaiseizoen.

  • Maaiselbulten en andere obstakels  in ieder geval voor de volgende maaironde  verwijderen van de route waar de machine moet rijden.
  • Afrastering bij breedspoor­onderhoud minimaal 30 centimeter uit de insteek te plaatsen en in een smalspoorgebied op twee meter uit de insteek (afhankelijk van de hoogte).
  • Ploeg onderhoudspaden niet om en graaf geen ontwateringsgeulen door het pad.
  • Markeer weidepompslangen en (afvoer)buizen in het talud, zodat wij ze kunnen zien en ze niet raken. 
  • Houdt u rekening met de gewaskeuze als wij over uw land het onderhoud uitvoeren.