Deze keer geen Dijkdenker, maar een dijkloper! Niet dat de vorige dijkdenkers niet over de dijk liepen. Natuurlijk wel. Maar Stefan van Lieshout doet dit beroepsmatig. Hij werkt bij Adviesbureau E.C.O. Logisch B.V. en is een van de mensen die op de IJsseldijk in opdracht van WDODelta de flora en fauna onderzoekt. Hoe gaat dat?

Stefan van Lieshout met detector in de hand, langs een kanaal met planten op de achtergrond.

“De onderzoeken doen we met een team van ecologen, maar per locatie is vaak maar één ecoloog tegelijk aanwezig. Wij doen natuuronderzoeken, monitoring van flora en fauna en toetsen, ondersteunen en adviseren vanuit de Wet natuurbescherming. 
Langs de IJsseldijk komen beschermde soorten planten en dieren voor. Door werkzaamheden van de dijkversterking kunnen negatieve effecten optreden. Om die uit te sluiten en ervoor te zorgen dat er straks zorgvuldig wordt gewerkt brengen wij  de beschermde natuur in kaart.

Momenteel inventariseren we broedvogels en vleermuizen. We kijken op verschillende plekken op de dijk, maar bezoeken ook percelen van bewoners. Vorig jaar zijn ook broedvogelinventarisaties en inventarisaties naar overwinterende vogels uitgevoerd. Het broedvogelonderzoek vindt plaats – vaak met  telescoop en verrekijker – op basis van zang- en zichtwaarnemingen. Deze inventarisaties gebeuren vaak overdag, behalve als we kijken naar nacht-actieve broedvogels, zoals uilen.

De onderzoeken naar vleermuizen doen we tussen zonsondergang en zonsopkomst. Hierbij wordt met een zogenoemde bat-detector geluisterd naar de aanwezigheid van vleermuizen. Deze detector maakt de ultrasone geluiden van vleermuizen hoorbaar voor het menselijk gehoor. Op basis van de klank, het ritme en de frequentie, weten we welke vleermuissoort er zit. Natuurlijk  worden ook de zichtwaarnemingen van de onderzoeker meegenomen. Er wordt bij het uit- en invliegen gekeken of er vleermuizen zijn in de bebouwing of in boomholtes. Ook wordt het gebruik van de omgeving van vleermuizen in kaart gebracht. Lanen en bomenrijen kunnen bijvoorbeeld vaste vliegroutes vormen en bepaalde zones in het terrein vormen belangrijke foerageergebieden (gebieden waar dieren voedsel zoeken en vinden) vanwege het grote insectenaanbod. Met de bat-detector kunnen opnames worden gemaakt, die we op de computer kunnen analyseren. Belangrijk, want een aantal soorten zijn zelfs met een bat-detector slecht uit elkaar te houden. 

Tijdens onze onderzoeken zijn de bewoners over het algemeen enthousiast als we ze vertellen over de  bevindingen en we ze laten zien wat voor een bijzondere natuur ze in hun tuinen en omgeving hebben. Zij laten op hun beurt weer graag zien welke bijzondere natuur zij hebben meemaken. 

De flora en fauna nabij de IJsseldijk maken deel uit van een dynamisch rivierengebied, waarbij overstromingen, afzettingen en seizoensgebonden omstandigheden de dienst uitmaken. Er is een groot aantal bijzondere planten- en dierensoorten die van deze specifieke omstandigheden profiteren en er een geschikte leefomgeving vinden. Het rivierecosysteem is rijk aan vis, waardoor er veel visetende fauna voorkomt. Zo zien we bijvoorbeeld de otter, de visarend, de zwarte stern en de zeearend. In het vroege voorjaar zorgen plasdrassituaties in de uiterwaarden voor veel trekvogels. Extensief beheerde terreinen bieden geschikte broedlocaties voor de kwartel, kwartelkoning, patrijs en porseleinhoen. De rivierafzettingen zijn een specifieke ondergrond voor bijzondere flora en de ooibossen worden bewoond door de bever, reeën en een verscheidenheid aan vogels. Ook verzamelen grutto's, pijlstaarten, slobeenden en tureluurs zich in het voorjaar in de onder water staande zones in de uiterwaarden. We zien in dat jaargetijde overal broedvogels. Op een aantal van de onderzoekslocaties broeden de boerenzwaluw en de huismus. 
In de winter zijn er grote groepen overwinterende vogels gezien zoals de brandgans, de kolgans en de smient. Kortom een rijk gebied waar u woont. En daar zijn we met z’n allen zuinig op".